Je gaat bijvoorbeeld op vakantie naar Duitsland volgende zomer of je wil wel eens weten hoe het er in een gevangenis aan toe gaat…

Misschien wil je wat meer weten over een beroemde historische figuur bvb. Napoleon.
We nemen geen huisdieren of hobby’s als onderwerp voor onze spreekbeurt:
daar weet je waarschijnlijk alles over!

Je kan informatie opzoeken in boeken thuis of in de bibliotheek. De mensen in de bibliotheek zullen je daar graag mee helpen!
Je kan ook informatie opzoeken op het internet.
Let wel op dat je zoekt op sites die niet te moeilijk zijn. Al wat jij aan de klas vertelt, moet je zelf ook begrijpen!
Misschien ken je mensen die veel weten over jouw onderwerp……neem van hen een interview af!

• Ga op zoek naar informatie.
• Lees alle informatie grondig en aandachtig door.  
• Maak een schema met de hoofdpunten die je over jouw onderwerp wil vertellen. 
  
• Noteer op het schema met sleutelwoorden en pijltjes en/of nummers de info.
• Zoek enkele bijhorende prenten, foto's of filmpjes en plaats ze op je Yurls. 
• Bedenk een inleiding.  Je kan vertellen waarom je dit onderwerp koos of je kan je spreekbeurt openen met een vraag of een tekstje...     Probeer het leuk te maken zodat je onmiddellijk de aandacht van je klasgenootjes hebt. 
• Zoek een origineel slot.  Als je vraagjes aan je publiek wil stellen, beperk die dan tot een drietal vraagjes. 
  
• Maak een bundeltje van je spreekbeurt.  Schrijf alles uit.  Het bundeltje geef je vooraleer je aan je spreekbeurt begint af aan je leerkracht.  Je mag het schema bij je houden. 
  
• Ga nu je spreekbeurt oefenen aan de hand van je schema.  Vertel alles met je eigen woorden, spreek luid genoeg en beeld je in hoe het overkomt bij je klasgenoten...          (expressief, saai om naar te luisteren, te snel?)

• Maak liever een goede, korte spreekbeurt.  In ongeveer 10 à 15 minuten kan je een heel interessante en leerrijke spreekbeurt geven.  
• Vertel je spreekbeurt aan de hand van je schema.  Leer geen spreekbeurt van buiten!
• Als je een land of werelddeel vermeldt in je spreekbeurt, situeer dan op de wereldkaart.